Werken aan woordenschat.

We werken veel aan het uitbreiden van de woordenschat. Als uw kind regelmatig nieuwe woorden hoort, leert het ze spelenderwijs beter begrijpen.  
Eerst leert een kind een woord aanwijzen en daarna leert het om zelf het woord te benoemen. 

Hoe doen we dat? Werken aan woordenschat. 

Woorden uit de context.  
We kiezen daarvoor vaak woorden die iets met elkaar te maken hebben. Dan wordt het voor kinderen eenvoudiger om nieuwe woorden te leren. We werken daarom vaak rondom een thema.  
We maken vaak op het bord een woordweb. We plakken de plaatjes van het thema op het bord en schrijven de woorden erbij. We benoemen vaak dagelijks de woorden van het woordweb of we vragen of de kinderen er iets over kunnen vertellen of een mooie zin van kunnen maken.  

Andere lesactiviteiten

Daarnaast gebruiken we de woorden vaak in andere lessen. We spelen memory of andere lesactiviteiten met de woorden en sommige kinderen vinden het leuk om woorden na te stempelen of na te schrijven.  
Als we nieuwe woorden aanbieden zijn we gelijk duidelijk. We laten de kinderen niet raden. We vertellen direct hoe iets heet. Door het gelijk goed voor te doen kunnen de kinderen dit beter onthouden.  

Thuis

U kunt hier thuis ook aan werken. Het hoeven niet altijd woorden rondom ons thema te zijn. U kunt ook drie plaatjes op uw koelkast hangen.  
Magnetron-waterkoker-mixer. 
Elke dag gebruikt u deze woorden terwijl u ze aanwijst, later kan uw kind dit zelf doen. Zo breidt u spelenderwijs de woordenschat uit. Na een week plakt u weer nieuwe plaatjes erbij. Zo leert u uw kind nieuwe woorden van de keuken. U kunt dit natuurlijk doen met een thema dat uw kind thuis bezighoudt. Dat kan van alles zijn. Leuk als u dan ook nog verhalen of prentenboeken leest die weer bij het onderwerp van uw kind zijn of haar interesse past.  

Rekenen: tellen 5-structuur.

We hebben geteld met de 5-structuur. Kinderen leren dat je niet altijd alles 1 voor 1 hoeft te tellen. 
Handig tellen kun je door te tellen in tweetallen, 2-4-6-8-10 enz maar ook in 5-tallen (5-10-15-20) 
We hebben daarvoor eierdozen gebruikt. In een rijtje liggen 5 eieren en daarnaast ook nog 5. Hoeveel eieren zitten er dan in een doos of in twee dozen? 
Hier vindt u leuke ideetjes die u met uw kind kan doen:

Tangram

We hebben een tangram van een ei gemaakt. De kinderen leren netjes inkleuren (trainen van de fijne handmotoriek) en precies en nauwkeurig uitknippen.  
Daarna maken we er weer een mooi figuur van. 
Het doel van deze oefening is dat de kinderen leren dat je een geheel in stukken kunt verdelen en ook weer samen kunt voegen tot dezelfde of een andere voorstelling.  

Letters en klanken

We hebben met de kinderen die eraan toe zijn weer gesproken over letters en klanken. Een letter is een geschreven klank. Een klank kun je horen in b.v. een woord. Een letter is een klank zoals je hem schrijft.  

Emoties

In deze week hebben we gepraat over de emotie blij: waar word je blij van en hoe kan een ander zien dat je blij bent. Kun je iemand anders ook blij maken en hoe doe je dat? 

Zoals u begrijpt is dit maar een deel van de activiteiten. Volgende week lichten we weer andere activiteiten toe.

 
 

Een prachtige start na de voorjaarsvakantie.  

Wat een prachtig weer na al die mistige en stormachtige dagen. We genieten volop met de kinderen tijdens het buitenspelen in de frisse lucht! Wist u dat we deze week 2 nieuwe karren hebben gekregen om fijn mee buiten te spelen? Deze zijn vrijdagmiddag feestelijk onthuld en de kinderen hebben er vrijdagmiddag al heerlijk mee gespeeld.  

Deze week zijn we begonnen zonder specifiek thema maar hebben we weer veel tijd en aandacht gehad voor gewoontevorming en de sociaal emotionele ontwikkeling.  
Graag schrijven we daar deze week een stukje over: 

Gewoontevorming en lessen uit het dagelijks leven

Voor veel vaardigheden is het belangrijk dat ze gewoonte worden. Is je kind slordig en gooit het zijn spullen overal neer dan is het belangrijk dat het de gewoonte krijgt om ze meteen op te ruimen.   

Kan je kind thuis niet goed voor zijn spullen zorgen en is het heel slordig, dan is de kans groot dat dit in het leerproces op school ook het geval is. Je kunt je voorstellen dat slordig zijn op school zijn gevolgen kan hebben voor het zelfvertrouwen en concentratie. Als je steeds je spullen kwijt bent of dingen kapot zijn en je weet niet hoe dat komt, dan kan dat voor onzekerheid en verwarring zorgen. Juf of meneer zegt steeds dat je beter op je spullen moet passen maar als je niet goed weet hoe je dat moet doen? 

Montessori

Maria Montessori leerde ons dat het doel van oefeningen uit dagelijks leven is om kinderen te helpen in hun ontwikkeling. Niet direct om een vaardigheid te beheersen.  
Oefeningen uit het dagelijks leven hebben effect op: 

Ontwikkeling van de grove en fijne motoriek. 

Zware tafels, stoelen en emmers dragen zijn goede voor de grote motoriek. Water schenken uit een klein kannetje, tafel schoonmaken met precisie, een ei pellen, een pipet gebruiken of bonen oprapen, dit alles versterkt de spieren van de vingers die nodig zijn om te kunnen schrijven.   

De groei van hun eigenwaarde  

Eigenwaarde gaat meestal over welk beeld een kind van zichzelf heeft. Dit kan positief of negatief zijn.  Een kind met genoeg zelfvertrouwen gelooft in zichzelf en in wat het kan. Als je je goed kan redden en zelfstandig dingen voor elkaar kunt krijgen versterkt dat vaak je zelfvertrouwen.

Een ontspannend effect  

Ontspannen bezig zijn met een taakje kan heel rustgevend werken

De overgang tussen thuis en school vergemakkelijken. 

De oefeningen uit het dagelijks leven lijken op de activiteiten die het kind thuis ook ziet gebeuren. Een banaan pellen, water schenken, knippen met een schaar en geknoeid water opruimen zijn activiteiten die en kind herkent en daardoor voelt het zich gerustgesteld.  

De aandacht wordt gericht, dus het verbetert de concentratie. 

Een kind dat zich eerst doelloos door een ruimte beweegt, concentreert zich opeens op het heen en weer schenken van water tussen twee kannetjes, of het drogen van een tafel. Hij leert zijn aandacht te richten, zodat hij zich een nieuwe vaardigheid kan verwerven.  

Ontwikkeling van vaardigheden om problemen op te lossen. 

Door de ingebouwde controle van de fout, zien de kinderen vaak zelf al of hun werk goed en klaar is. Of de tafel ook echt schoon geworden is bijvoorbeeld. Met positieve begeleiding van de leidster leert het kind aandacht te hebben voor deze kenmerken en ontwikkelt het de gewoonte van zelf-correctie. 

De ontwikkeling van de gewoonte om dingen volgens een vaste volgorde te doen. 

Practical life activiteiten (oefeningen uit het dagelijks leven) hebben een opklimmende moeilijkheidsgraad en omvatten een hele serie van handelingen die stap voor stap uitgevoerd moeten worden. Dat werken met een logische volgorde komt zeer goed van pas bij taal- en rekenactiviteiten die later uitgevoerd moeten worden.  

Tot slot

Oefeningen uit het dagelijks leven spelen een belangrijke rol in ons onderwijs. Kinderen leren dat hun werk echt effect heeft op hun omgeving. Ze wennen eraan om een bijdrage te leveren aan de omgeving waarin ze zich een groot deel van de dag bevinden. Ze krijgen zelfvertrouwen in hun eigen kwaliteiten maar realiseren zich ook dat dit tijd en inspanning kost.  
Zo ontwikkelen ze een goed gevoel voor respect voor de wereld om hen heen.  

Komende week

Komende week starten we met het thema Lente.  
We werken, spelen en leren veel over de veranderingen in de natuur en de omgeving.

bron: Montessoriwerkjes.nl